Ga naar de inhoud
Hyttenøkkel – Deel 2

De meeste mensen deugen!

(spreek uit: huutenukkel)

In mijn vorige blog heb ik de loftrompet gestoken over de Noorse DNT.

Een systeem gebaseerd op het vertrouwen dat iedereen die naar een hut in de Noorse bergen wandelt, de hut netjes en schoon achterlaat en keurig betaalt voor het verblijf. Zonder dat daar enige controle op plaatsvindt. Naast dit geweldige fenomeen, is mij tijdens onze huttentochten nog iets bijzonders opgevallen. Een tweede, zeer stevige, wandeltocht (hike) bracht ons van Leirvasbu (meer een algemeen hotel) naar Olavsbu, een bemande hut in het natuurgebied Jotunheimen. Adembenemende schoonheid onderweg die ervoor zorgt dat je de steilheid en onbegaanbaarheid van pad nauwelijks door hebt….

Tot het moment waarop er een toch wel erg wild-stromend en breed riviertje overgestoken moest worden. Van de route af, omlopen naar een beter doorwaadbare plek leek ons het beste.

Leermoment 1: Vind een weg buiten de bestaande paden en je ziet de mooiste dingen. In ons geval een kudde wilde rendieren!!

Leermoment 2: Er is niet voor niets een route; loodzwaar geklauter en riskante afdalingen brachten ons uiteindelijk weer bij de befaamde rode T’s.

Mede door de omweg, de zwaarte van de hike en de voor Noorse begrippen ongekende temperaturen, de uitputting enigszins nabij, kwamen we na bijna 8 uren lopen aan in Olavsbu. Ongekend mooi! En: vol!!! Vol! Een buitengewoon aardige Noorse dame, de huttenwacht, kon ons vertellen dat er in de hut 52 bedden zijn en dat er op dat moment 60 gasten waren.

Lichte zorg begon mij te bekruipen. Teruglopen in het invallende donker was geen optie. Op 1500 meter hoogte was de nachttemperatuur om buiten te slapen ook niet echt aantrekkelijk. Maar mijn vrouw en de aardige Noorse dame namen alle zorg weg.

Vol is namelijk nooit vol in een Noorse hut!

Natuurlijk konden we slapen. Er werden matrasjes en dekbedden ergens vandaan gesleept en aangegeven dat we die ergens in de gemeenschappelijke ruimte, de keuken of in de gang konden neerleggen. Ik keek eens rond in de ruimte waar we zouden moeten slapen, zag de tientallen in – en uitlopende gasten en bedacht me dat ik heel blij was met het onderdak, maar dat van slapen niks terecht zou komen.

En dat brengt me bij de, voor mij, zeer bijzondere en hoopgevende ervaring ten aanzien van hoe mensen met elkaar omgaan.

Als gezegd waren er ruim zestig gasten. Koppels (zoals wij), jonge stelletjes, gezinnen met kinderen, en ook groepen pubers. Allemaal met de eigen gebruiken, omgangsvormen en gedragscodes. En het prachtige is, iedereen ging in volstrekte harmonie met elkaar om! Hielp elkaar met het eten, met de afwas, met het water halen etc.

Vanuit een paar gedeelde feiten (we zitten boven op een berg en kunnen verder nergens heen) en belangen is er een vanzelfsprekend begrip voor wat ieder individu nodig heeft. Het gedeelde belang is; uitrusten! want we moeten morgen allemaal minimaal 6 uren in de bergen hiken. Om half tien ’s avonds verliet, zonder enige aansporing van iemand, iedereen de ruimte waar wij onze matrasjes (met nog drie andere koppels) gingen neerleggen. De pubers gingen nog een uurtje buiten zitten puberen, anderen gingen naar hun eigen slaapplekken en om half elf was het stil en begon een heerlijke nachtrust! Ik vond het miraculeus.

Tot om half acht ’s ochtends het brandalarm (blijkbaar een soort Noorse wekker)afging en iedereen zich weer vrij kon voelen om de gemeenschappelijk ruimte te betreden.

Begrip voor elkaar, anderen (de) ruimte geven die ze nodig hebben, je schikken naar dat wat mogelijk is. Rutger Bregman beschrijft het in zijn nieuwe boek, De meeste mensen deugen. Ik deel dat van harte!